Jaarverslag Mensenhandel en mensensmokkel 2018: Minderjarig, in hoogste nood (Myria)

Als onafhankelijk Nationaal Rapporteur voor België maakt Myria in zijn rapport Mensenhandel en Mensensmokkel al meer dan twintig jaar elk jaar een onafhankelijke evaluatie van het beleid. Dit jaar wijdt het de focus van zijn verslag aan minderjarige slachtoffers van mensenhandel en mensensmokkel.

Het verslag focust op een bijzonder kwetsbare slachtoffergroep: Nigeriaanse minderjarige meisjes die door mensenhandelaars worden gerekruteerd in hun thuisland om in Europa in de prostitutie uitgebuit te worden.

De nood is hoog. Op het gebied van de detectie, de opvang en de begeleiding van minderjarige slachtoffers van mensenhandel heeft België vooruitgang te boeken. Een van de meest kwetsbare groepen zijn de Nigeriaanse minderjarige meisjes. Als onafhankelijk Nationaal Rapporteur analyseert Myria de situatie en doet het aanbevelingen.

Moeilijke detectie van minderjarige slachtoffers

Van manipulatie in het kader van seksuele uitbuiting over economische uitbuiting tot het gedwongen plegen van misdrijven: minderjarigen die het slachtoffer worden van mensenhandel vallen uiteen in heel diverse profielen. De detectie van die minderjarigen door de actoren op het terrein loopt mank: veel van hen zijn onvoldoende op de hoogte van de indicatoren van mensenhandel. Myria pleit ervoor om de opleidingen voor de eerstelijnsactoren, magistraten, voogden, jeugdwerkers op te drijven en uit te breiden.

Daarnaast maken heel weinig minderjarigen gebruik van de specifieke verblijfsprocedure voor slachtoffers van mensenhandel. Die vereist – net zoals bij meerderjarigen – een samenwerking met justitie. De opvang van die minderjarigen is ook onvoldoende aangepast, onder meer omdat daarvoor beveiligde opvangstructuren nodig zijn. Wat dat betreft is Esperanto een good practice die aangemoedigd en bestendigd zou moeten worden.

Myria pleit er ook voor dat de Interdepartementale Coördinatiecel van het beleid een onafhankelijke expertengroep opstart die concrete oplossingen kan voorstellen voor de problemen op het vlak van de detectie, het slachtofferstatuut en de opvang van die minderjarige slachtoffers.

Nigeriaanse prostitutienetwerken: één kans

Myria focust in zijn verslag op een bijzonder kwetsbare slachtoffergroep: minderjarige meisjes die door Nigeriaanse mensenhandelaars worden gerekruteerd in hun thuisland om in Europa in de raam- en straatprostitutie uitgebuit te worden. België is hierbij een belangrijk bestemmingsland. Volgens IOM zijn er in 2016 ruim 3.000 Nigeriaanse minderjarige meisjes via de levensgevaarlijke Libiëroute de EU binnengekomen. In België werden er dat jaar slechts 20 Nigeriaanse minderjarigen bij de Dienst Voogdij aangemeld. Ook hier is de detectie vaak problematisch: de Nigeriaanse meisjes zonder papieren worden door hun uitbuiter verplicht om zich uit te geven als meerderjarig en blijken steeds in de ban van een voodoobezwering. Meestal is er maar één kans om zo’n meisje bijeen interceptie te redden voor ze verplaatst wordt door haar uitbuiters. Het doorbreken van de voodoobezwering is cruciaal maar vraagt een benadering die vertrouwen wekt en steunt op een grondige kennis van het fenomeen. Ook hier dringt zich een doorgedreven sensibilisering van alle eerstelijnsactoren op. Die moeten bij de interceptie van een Nigeriaans slachtoffer onmiddellijk de gespecialiseerde mensenhandelcel van de politie inschakelen, die hiervoor meer middelen moet krijgen.

Het businessmodel van smokkelaars tackelen

Het Belgische smokkelbestrijdingsmodel legt de focus op de strijd tegen de smokkelaars – niet tegen de gesmokkelden – en geldt al meer dan twintig jaar als een internationaal voorbeeld. De aanpak ervan steunt op het verzamelen van bewijsmateriaal (betrappingen op heterdaad op parkings bijvoorbeeld) en op een humane benadering van de slachtoffers op basis van een samenwerking van de slachtoffers met justitie in het kader van het slachtofferstatuut mensensmokkel met verzwarende omstandigheden. De slachtofferverklaringen vormen vaak de basis om grote smokkeldossiers op te starten. Dat model dreigt ontwricht te raken als de beperkte politiemiddelen louter worden ingezet voor grootschalige controleacties (op het openbaar vervoer bijvoorbeeld). Dergelijke controleacties passen eerder in een focusverschuiving naar een zogenaamde jacht op illegalen waarbij de strafrechtelijke aanpak het moet afleggen tegen een aanpak van ordehandhaving en overlastbestrijding. Dergelijke aanpak versterkt bovendien het loyauteitsgevoel van de gesmokkelden aan de smokkelaars. Myria pleit voor een humane benadering van de smokkelslachtoffers wat een belangrijke meerwaarde voor het onderzoek oplevert. Het roept ook op tot meer internationale samenwerking om de geldstromen van de smokkelnetwerken droog te leggen.

Publication Date:
ma 22 okt 2018
Geografie:
Hoofdthema:
Publicatietype:
Opdrachtgever:
Trefwoorden: