Eerste rapport Socio-Economische monitoring

Het Centrum en de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg presenteerden vandaag het eerste rapport van de Socio-economische Monitoring.

In 2006 begonnen het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding en de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg met de ontwikkeling van een nieuw, duurzaam meetinstrument: de ‘Socio-economische Monitoring’ – in samenwerking met de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, het Rijksregister, de ministers van Werk en tal van experten. Vandaag, zeven jaar later, stellen we trots het eerste rapport van de Socio-economische Monitoring voor. Dat is om meerdere redenen een belangrijk rapport.

Om te beginnen brengt de Socio-Economische Monitoring de positie op onze arbeidsmarkt in kaart van werknemers naargelang hun Belgische, Europese of niet-Europese origine. Ze bevestigt ontegensprekelijk de hypothese dat die positie met name afhangt van hun nationaliteit of land van herkomst. En dat er, anders gezegd, sprake is van een etnostratificatie van de arbeidsmarkt.

Het rapport is, vervolgens, gebaseerd op exhaustieve gegevens van het Rijksregister en de Kruispuntbank, en niet op een peiling of steekproef.

Ten slotte houdt de Socio-economische Monitoring – voor het eerst – niet alleen rekening met de nationaliteit van werknemers en hun ouders, maar ook met hun herkomst. Tot dusver beschikten onze beleidsmakers en specialisten alleen over gefragmenteerde en onvolledige gegevens over de sociaaleconomische positie van migranten van de tweede of derde generatie. Het nieuwe rapport bevestigt en verfijnt de hypothese dat die groep werknemers geconfronteerd wordt met structurele barrières. Die zijn gelinkt aan de structuur van onze arbeidsmarkt, en aan directe en indirecte discriminatie.

Inderdaad, uit het rapport blijkt een systemische over- of net ondervertegenwoordiging in verschillende sectoren van bepaalde categorieën van werknemers van buitenlandse origine. De Monitoring toont aan dat die categorieën een hoger risico lopen op werkloosheid, en dat ze geconfronteerd worden met een ongelijke verdeling als het gaat om beroepsstatuut, loon en arbeidsregeling. Het Centrum is ervan overtuigd dat de evenredige deelname van mensen van buitenlandse origine aan de arbeidsmarkt niet alleen in hun eigen belang is: ze versterkt de hele economie. Door de etnostratificatie van de arbeidsmarkt onder de aandacht te brengen, kunnen alle betrokken actoren op een meer efficiënte, gerichte en vooral onderbouwde manier worden aangesproken. Daarom nodigen we hen nadrukkelijk uit om kennis te nemen van deze nieuwe gegevens, om zich te buigen over de mogelijke belemmeringen op de arbeidsmarkt voor mensen van buitenlandse origine. En om hun vaststellingen te vertalen naar concreet beleid en concrete maatregelen.

Met de resultaten van het eerste rapport van de Socio-Economische Monitoring in de hand, schuift het Centrum twee aanbevelingen naar voren. Ten eerste: als we de deelname van mensen van buitenlandse origine aan de Belgische arbeidsmarkt willen bevorderen, is het essentieel dat alle federale en regionale beleidsactoren een diversiteitsbeleid op poten zetten – of dat beleid nog versterken. Een Koninklijk Besluit dat positieve acties toelaat moet daartoe worden goedgekeurd. Ten tweede vraagt het Centrum om via maatregelen de duurzaamheid van de Monitoring zelf te waarborgen. Haar waarde ligt immers deels in haar potentieel om de geoogste gegevens in de tijd te vergelijken en ze doorheen de tijd verder te verdiepen.

Meer informatie en het rapport zijn beschikbaar op de website van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. 

Publication Date:
do 05 sep 2013
Geografie:
Hoofdthema:
Publicatietype:
Opdrachtgever:
Trefwoorden: