De doeltreffendheid van terugkeer in EU Lidstaten (EMN)

Deze EMN studie tracht de impact van EU regelgeving op het terugkeerbeleid van België en andere Lidstaten, en dus ook de doeltreffendheid van terugkeerbeslissingen doorheen Europa, te analyseren.

Achtergrondinformatie

De terugkeer van derdelanders in illegaal verblijf is een van de voornaamste pijlers van het Europese migratie- en asielbeleid. Recente cijfers van Eurostat tonen echter aan dat de terugkeercijfers op EU niveau niet zijn gestegen. En dit ondanks een belangrijke toename van het aantal afgewezen asielzoekers en van het aantal terugkeerbeslissingen sinds 2014.

In het EU-actieplan inzake terugkeer van 2015 en hierop volgend in het aangepaste EU-actieplan inzake terugkeer van 2017 en de bijbehorende aanbeveling, benadrukt de Commissie de noodzaak van een strengere naleving van EU regelgeving omtrent terugkeer. Het doel is om de algemene doeltreffendheid van het Europese terugkeerbeleid te verhogen.

Het EMN tracht met deze studie de goede praktijken en uitdagingen in de toepassing van EU regelgeving door de Lidstaten (waaronder België) te identificeren.

EU syntheserapport

Het EU syntheserapport is gebaseerd op de bijdragen van 22 nationale contactpunten van het EMN, waaronder België. De EMN Inform vat het syntheserapport samen.

Enkele belangrijke bevindingen:

  • Terugkeer neemt een steeds belangrijkere plaats in het nationale debat in, en wordt in veel Lidstaten als een prioriteit aanzien.
  • Er zijn op nationaal niveau grote verschillen inzake de implementatie van EU regelgeving. Dit komt door verschillende administratieve praktijken, en verschillende interpretaties van deze regelgeving en Europese rechtspraak.  
  • Uitdagingen die gepaard gaan met de doeltreffendheid van terugkeer, zijn vaak gelinkt aan het risico op onderduiken van derdelanders; de moeilijkheid om de vrijwillige terugkeer te organiseren binnen het tijdsbestek dat is aangegeven in de EU regelgeving; de toepassing van Europese normen en regelgeving inzake detentie; de capaciteit en middelen nodig om derdelanders te weerhouden in het kader van terugkeerprocedures; en de duur van de terugkeerprocedure, vooral indien de terugkeerbeslissing wordt aangevochten.
  • Enkele goede praktijken werden geïdentificeerd, waaronder:
    • Het aannemen van een flexibele benadering wanneer het gaat om regelgeving inzake terugkeer, en een op maat gerichte aanpak van elk terugkeerdossier (tailoring).
    • De betrokkenheid van actoren van het middenveld, NGO’s en internationale organisatie inzake terugkeer, waardoor het vertrouwen van derdelanders toeneemt en ze adequate en op maat gemaakte begeleiding krijgen.
    • De investering door sommige Lidstaten in een multidisciplinaire aanpak die wordt gebruikt om tegemoet te komen aan de noden van de bewoners (vooral indien deze speciale noden hebben), wat tot een facilitering van de terugkeer kan leiden.
       

Belgische studie

Uit de Belgische studie komen o.a. volgende bevindingen naar voor:

  • De Belgische autoriteiten hechten veel belang aan terugkeer. Zeker wanneer het gaat om derdelanders die een bedreiging vormen voor de openbare orde of de nationale veiligheid. De laatste jaren werd het terugkeerbeleid en de wetgeving inzake terugkeer dan ook grondig gewijzigd. Verschillende aspecten van het terugkeerbeleid kwamen uitgebreid aan bod in de media.

  • In overeenstemming met artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, heeft de Dienst Vreemdelingenzaken een mechanisme ingevoerd om beter rekening te houden met de individuele situatie van de irregulier verblijvende derdelanders (hoorplicht). Dit laat toe na te gaan of er elementen zijn die tegen een terugkeer en / of detentie pleiten (bvb. medische problemen of familiebanden).
  • De laatste jaren wordt terugkeer minder “one-fits-all” en meer op maat van de derdelander die dient terug te keren. Er is sprake van een “tailoring” trend inzake terugkeer. We denken hierbij bijvoorbeeld aan het personaliseren van de motivatie van terugkeerbeslissingen, terwijl vroeger vaker standaardmotivaties werden gebruikt, en aan het rekening houden met de speciale (vaak medische) noden van terugkeerders.  
  • De enige alternatieven voor detentie die op regelmatige basis worden gebruikt, zijn FITT-units (terugkeerwoningen) en open terugkeerplaatsen. De meeste alternatieven (bijvoorbeeld borg, meldingsplicht, afgeven identiteitsdocumenten) worden niet of zelden gebruikt.
Publication Date:
wo 08 aug 2018
Geografie:
Hoofdthema:
Publicatietype:
Opdrachtgever:
Trefwoorden: