Ad Hoc Vraag over terugkeerbeslissingen en inreisverboden
De Zweedse regering heeft een commissie opgericht om aspecten van de Zweedse wetgeving met betrekking tot de terugkeerprocedures voor derdelanders te herzien. Het doel van de commissie is om nieuwe maatregelen en wijzigingen van bestaande wetten voor te stellen om de effectiviteit van het terugkeerproces te verbeteren. Als gevolg daarvan hebben ze een ad hoc vraag geïnitieerd om informatie te verzamelen over de regelgeving met betrekking tot de beperkte geldigheidsduur van terugkeerbeslissingen en de duur van inreisverboden.
Download publication
Achtergrond:
Volgens de Zweedse wetgeving hebben terugkeerbeslissingen een beperkte geldigheidsduur. Wanneer de terugkeerbeslissing niet langer geldig is, kan de derdelandsburger opnieuw een asielaanvraag indienen in Zweden, ongeacht of ze hebben voldaan aan de terugkeerbeslissing of eerder een asielaanvraag hebben ingediend.
Een regeringscommissie onderzoekt de geldigheid van terugkeerbeslissingen en of de geldigheidsduur moet worden verlengd. Ook onderzoekt de commissie of wijzigingen in de Zweedse wetgeving met betrekking tot inreisverboden de effectiviteit van terugkeer kunnen vergroten.
Respondenten:
In totaal hebben 28 landen, waaronder België, gereageerd op de ad hoc vraag.
Bevindingen:
De compilatie van antwoorden heeft geleid tot de volgende bevindingen:
- Van de 28 landen die deelnamen aan de vraag, gaven 16 landen - waaronder BE - aan dat hun nationale wetgeving geen beperkte geldigheidsduur voor terugkeerbeslissingen voorschreef.
- Wat betreft de maximale duur van inreisverboden, meldden verschillende landen een maximale duur van maximaal 5 jaar, hoewel deze duur varieerde afhankelijk van de redenen voor het inreisverbod.
- De meeste landen verklaarden dat, om redenen van openbare orde, openbare veiligheid of nationale veiligheid, het inreisverbod kon worden verlengd tot maximaal 10 of zelfs 20 jaar.
Meer informatie vindt u in bovenstaande compilatie van antwoorden.