Omzendbrief gezinshereniging: toepassing wetsbepalingen na arrest Grondwettelijk Hof

Vandaag, op 20 december, werd in het Belgisch Staatsblad de omzendbrief van 13 december 2013 gepubliceerd tot interpretatie van de bepalingen gezinshereniging na het arrest van het Grondwettelijk Hof.

Logo Belgian Official Gazette

Achtergrond

Naar aanleiding van de beroepen tot nietigverklaring van de Wet van 8 juli 2011 tot wijziging van de voorwaarden gezinshereniging, heeft het Grondwettelijk Hof in zijn arrest nr. 121/213 van 26 september 2013 (gepubliceerd op 22 november 2013), de bepalingen gezinshereniging in de verblijfswet onderzocht. In het arrest vernietigde het Hof drie bepalingen waarvoor een wetswijziging nodig zal zijn:

  1. Er moet een uitzondering komen op de leeftijdsvereiste van 21 jaar voor de geregistreerde partner van een EU-burger (artikel 40bis, §2, alinea 1er, 2°, c) ) aangezien deze ook bestaat voor de partner van een derdelander.
  2. Er moet conform richtlijn 2004/38 een verblijfsprocedure komen voor familieleden van een EU-burger die ten laste zijn van de gezinshereniger of die om gezondheidsredenen bijstand van hen behoeven (artikel 40bis, §2, alinea 2). Een wetsontwerp is hiervoor in behandeling.
  3. Er mag geen voorwaarde van bestaansmiddelen zijn in het geval alleen een minderjarig kind van een Belg (of van zijn echtgenoot / gelijkgestelde partner) gezinshereniging vraagt (artikel 40ter, alinea 2) aangezien het een verschil in behandeling inhoudt tussen een Belg en zijn familieleden ten aanzien van een derdelander en zijn familieleden.

Het Hof interpreteerde ook tal van andere bepalingen.

Omzendbrief van 13 december 2013 (Belgisch Staatsblad, 20 december 2013)

De omzendbrief (in bijlage) maakt melding van vernietigde bepalingen (hierboven) die onderwerp van een wetswijziging zullen zijn, en gaat voor het overige in op de op de bepalingen die door het Hof werden geïnterpreteerd. De omzendbrief geeft duiding bij de gevolgen van het arrest op de behandeling van aanvragen gezinshereniging.

Hier zijn enkele voorbeelden van de betreffende bepalingen in het kader van gezinshereniging van familieleden van een derdelander:

  • Artikel 10, § 1, eerste lid, 4° en 5°: Bij de berekening van de wachttijd van 12 maanden in geval van gezinshereniging met een vreemdeling gemachtigd tot een verblijf van onbeperkte duur wordt ook rekening gehouden met de periodes van machtiging tot beperkt verblijf die voorafgaan aan het verlenen van een machtiging tot onbeperkt verblijf of tot vestiging.
  • Artikel 10, § 2, vierde lid: Gehandicapte kinderen ouder dan achttien jaar die in staat van verlengde minderjarigheid verklaard zijn, worden gelijkgesteld met minderjarige kinderen. Voor hen geldt geen voorwaarde over bestaansmiddelen.
  • Artikel 11, § 2, eerste lid, 1°: Bij het onderzoek naar de vereiste bestaansmiddelen bij de verlenging van de verblijfstitel moet er niet alleen rekening worden gehouden met de inkomsten van de gezinshereniger, maar ook met die van zijn familieleden, voor zover het niet om sociale bijstand gaat.
  • Artikel 10ter, § 2: De beslissing om de termijn van drie maanden voor een behandeling van een aanvraag tot verblijf bij een onderzoek naar een huwelijk (of naar de voorwaarden verbonden aan de duurzame en stabiele relatie) een tweede maal te verlengen, dient, in concreto, het uitzonderlijk karakter hiervan aan te tonen, verband houdend met de complexiteit van de behandeling van de aanvraag.

Andere bepalingen en de gevolgen van het arrest - ook in het kader van gezinshereniging met familieleden van EU-burgers en Belgische burgers - worden uitgelegd in de Omzendbrief van 13 december 2013.

Meer uitleg over de omzendbrief en het arrest van het Grondwettelijk Hof is ook te lezen op de website van Kruispunt Migratie-Integratie.
 

Publicatiedatum: vr 20 dec 2013
Geografie:
Trefwoorden:
Hoofdthema:
Soort nieuws: