Toegang tot autonome huisvesting in de context van internationale bescherming (EMN Inform)

Deze EMN Inform werpt licht op de uitdagingen waarmee begunstigden en verzoekers om internationale bescherming worden geconfronteerd in hun zoektocht naar autonome huisvesting in EMN-lidstaten en Servië. Het biedt ook een overzicht van de verschillende benaderingen en strategieën die door deze landen worden toegepast om de toegang tot autonome huisvesting te verbeteren.

Het Actieplan Integratie en Inclusie 2021-2027 van de Europese Commissie benadrukt het belang van het bevorderen van autonome huisvestingvormen (in plaats van collectieve huisvesting) voor asielzoekers, met name gezinnen, en het verspreiden en opschalen van succesvolle innovatieve modellen voor inclusieve en betaalbare huisvesting voor begunstigden van internationale bescherming. Het Actieplan moedigt EU-lidstaten aan om aangepaste en autonome huisvestingsoplossingen zo vroeg mogelijk aan te bieden voor vluchtelingen en asielzoekers met een hoge kans op het verkrijgen van internationale bescherming, om een soepele overgang naar zelfstandig wonen mogelijk te maken van zodra ze internationale bescherming krijgen.

De inform gaat dieper in op de obstakels waarmee verzoekers en begunstigden van internationale bescherming worden geconfronteerd, waaronder een wijdverspreid woningtekort en de daaruit voortvloeiende stijging van de huizenprijzen, lange wachtlijsten binnen de sociale huursector en discriminatie op de particuliere huurmarkt. Taalbarrières en administratieve hindernissen vergroten deze uitdagingen, waardoor de overgang naar autonome huisvesting een complex proces is.

De inform toont aan dat de meeste EMN-lidstaten en Servië specifieke procedures en maatregelen hebben om de overgang van huisvesting onder het opvangsysteem naar autonome huisvesting te vergemakkelijken. Dergelijke maatregelen omvatten het verstrekken van informatie/advies, plaatsing in overgangswoonsten en verlengingen van de periode waarin begunstigden van internationale bescherming in opvangcentra kunnen verblijven om meer tijd te geven om autonome huisvesting te regelen.

De meeste EMN-lidstaten hebben een multi-actor structuur om toegang tot autonome huisvesting te ondersteunen, waarbij centrale, regionale en lokale autoriteiten, evenals niet-gouvernementele organisaties (NGO's), betrokken zijn. Migratie- en asielautoriteiten, huisvestingsautoriteiten en sociale welzijnsautoriteiten zijn de belangrijkste actoren die dit type ondersteuning bieden.

De inform toont ook dat bijna alle EMN-lidstaten, evenals Servië, ondersteuning bieden aan begunstigden van internationale bescherming bij het verkrijgen van autonome huisvesting. Deze groep kan doorgaans toegang krijgen tot de reguliere sociale en huisvestingsdiensten (bijvoorbeeld sociale huisvesting, sociale uitkeringen, huursubsidie, ondersteuning van sociale diensten). Bovendien hebben de meeste EMN-lidstaten en Servië ook gerichte beleids- en andere maatregelen op centraal, regionaal en/of lokaal niveau geïmplementeerd om begunstigden van internationale bescherming te helpen bij het overwinnen van een aantal specifieke barrières waarmee ze worden geconfronteerd. Deze omvatten bijvoorbeeld de directe toewijzing van huisvesting, het verstrekken van financiële bijstand, begeleiding en ondersteuning bij het vinden van huisvesting en bemiddelingsdiensten. Ondersteunende diensten (gericht en regulier) zijn echter alleen toegankelijk voor degenen die al de status van internationale bescherming genieten, aangezien verzoekers van internationale bescherming zelden ondersteuning krijgen bij het verkrijgen van autonome huisvesting buiten het opvangsysteem.

Om de toegang tot autonome huisvesting verder te verbeteren, identificeert de inform ook verschillende goede praktijken, waaronder het verstrekken van financiële ondersteuning voor de initiële kosten verbonden aan het ondertekenen van een huurovereenkomst, het vroegtijdig verstrekken van informatie over toegang tot autonome huisvesting, verbeterde coördinatie bij het verlenen van ondersteuning, bevordering van algemene integratie, en het waarborgen van flexibiliteit bij het verlaten van opvangcentra.

Meer informatie vindt u in de bovenstaande inform.