Op basis van de nieuwe wet zullen terugkeerbeslissingen (via een bevel om het grondgebied te verlaten) in principe voorzien in een termijn van 30 dagen om het grondgebied te verlaten (i.p.v. 5 dagen). In een aantal gevallen wordt een kortere termijn voorzien, die uitzonderlijk minder dan 7 dagen kan bedragen of soms wordt helemaal geen periode toegekend. Dit is het geval wanneer er bij de betrokkene een risico op onderduiking bestaat, als de betrokkene een preventieve maatregel niet respecteerde of als er een risico is voor de openbare orde of veiligheid. Op aanvraag en wanneer dit nodig is voor de voorbereiding van de vrijwillige terugkeer, kan de periode worden verlengd.

Terugkeerbeslissingen zullen gepaard gaan met een inreisverbod van drie jaar in de gevallen dat er geen termijn voor vrijwillig vertrek werd toegekend, of indien niet aan de terugkeerverplichting werd  voldaan. In gevallen van fraude, kan de duur van het inreisverbod tot vijf jaar bedragen. Er zijn ook mogelijkheden om het inreisverbod op te heffen of terug te trekken.

Richtlijn 2008/115/EG over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (de "Terugkeerrichtlijn") trad in werking op 16 december 2008 en moest worden omgezet tegen 24 december 2010. Omdat België de richtlijn nog niet had omgezet in nationaal recht, stuurde de Europese Commissie België in januari 2011 een vraag om informatie en in september 2011 een gemotiveerd advies (reasoned opinion).

De nieuwe Belgische wet kan hier gedownload worden.