Achtergrond:

De Finse regering is van plan wetgevende wijzigingen door te voeren om een maandelijks inkomensdrempel van € 1.600 toe te voegen om verblijfsvergunningen te verlenen met het oog op werk. De wetgeving zal ook worden gewijzigd zodat de inkomenslimieten in de toekomst bij regeringsbesluit zullen worden vastgesteld. Het doel is om voltijds werk te bevorderen en ervoor te zorgen dat werknemers zich beter kunnen onderhouden.

Voordat een beslissing wordt genomen, wil het Ministerie van Economische Zaken en Werkgelegenheid, dat belast is met de voorbereiding van de wijzigingen, weten of er soortgelijke drempels bestaan of gepland zijn in andere EMN-lidstaten. Deze ad hoc query, gelanceerd op verzoek van EMN Finland, controleert het bestaande beleid in EMN-lidstaten en vergelijkt de verschillende minimum salarisdrempels en hun potentiële evolutie.

Respondenten:

In totaal hebben 24 landen gereageerd op deze ad hoc query (inclusief BE).

Bevindingen:

Een voorlopige analyse van de resultaten van de ad hoc query toont het volgende aan:

• 18 EMN-lidstaten hebben een minimum salarisdrempel voor verblijfsvergunningen voor werk. Deze drempel varieert tussen € 460 en € 3.085,11 door respondentenlanden. De laagste lonen zijn in CY, IT, HR, CZ, GR, PL, en PT met minder dan € 800 vereist per maand. De hoogste zijn in LU en AT met meer dan € 2.500 bruto vereist om toegang te krijgen tot de arbeidsmarkt. In landen als FR, DE, en NO bestaan er meerdere schema's en schalen om de minimum inkomensdrempel voor het afgeven van een vergunning aan een migrantenwerker te bepalen. Echter, deze landen hebben geen gekwantificeerd, gemeenschappelijk en vast minimuminkomen. Sommige landen hebben ook verschillende vereisten voor ongeschoolde en (hoog)geschoolde werknemers.
   
• 6 EMN-lidstaten hebben geen minimum salarisdrempel voor reguliere werkvergunningen: BE, BG, HU, MT, SK en SE. In BE is het minimum salaris dat van toepassing is voor reguliere werkvergunningen het gemiddeld gegarandeerd maandelijks minimuminkomen. Dit bedrag wordt landelijk bepaald en moet worden beschouwd als de laagste inkomensgrens die elke werknemer kan ontvangen. Als er hogere minimumlonen worden bepaald in een specifieke sector, dan gelden deze. Dankzij de samenwerking met sociale partners hebben bepaalde sectoren hun eigen regels en salarisschalen vastgesteld door collectieve arbeidsovereenkomsten. In 2022 was het Belgische gemiddelde gegarandeerde maandelijkse bruto minimuminkomen €1.954,99. Vanaf 1 november 2023 is dit verhoogd naar €1.994,18.
   
• In de meeste landen wordt het bedrag van de drempel beïnvloed door het wettelijk minimumloon, het (minimum) nationaal gemiddeld loon, de kosten van levensonderhoud, of beleid dat is vastgesteld om de nationale arbeidsmarkt te beschermen.
   
• De meeste minimumlonen en drempels worden jaarlijks aangepast.
   
• Een minderheid van de salarisdrempels wordt bepaald bij decreet. De meeste wijzigingen van bestaande wetten worden besloten door regeringen na voorafgaand overleg met sociale partners.
   
• Ten slotte worden de meeste updates openbaar gemaakt via een publicatie in het Staatsblad en/of een verklaring van regeringsleden.

Voor meer informatie, lees de bovenstaande compilatie van antwoorden.