Het gebruik van detentie en alternatieven voor detentie in de context van immigratiebeleid (EMN Inform)

Deze Inform zet de belangrijkste bevindingen op een rij van de EMN studie over het gebruik van detentie en alternatieven voor detentie in de context van immigratiebeleid in de Europese Unie.

Achtergrondinformatie

Deze Inform zet de belangrijkste bevindingen op een rij van de EMN studie over ‘Het gebruik van detentie en alternatieven voor detentie in de context van immigratiebeleid’ met de bedoeling om:

  • informatie te geven over de omvang van detentie en alternatieven voor detentie in elke lidstaat;
  • de categorieën derdelanders te identificeren die aan een detentiemaategel kunnen worden onderworpen, of aan een alternatief voor detentie;
  • de gronden voor detentie en alternatieven voor detentie te vergelijken tussen de verschillende nationale wettelijke kaders;
  • de verschillende gebruikte types gesloten centra en alternatieven voor detentie te kunnen omschrijven;
  • informatie te verzamelen over de manier waarop detentie en alternatieven voor detentie bijdragen aan de effectiviteit en efficiëntie van terugkeerbeleid en procedures voor international bescherming.

Inform: enkele bevindingen

OVER DE OMVANG VAN DETENTIE

  • De totale cijfers van 24 landen (die statistieken ter beschikking stelden) duiden op een daling van 5% per jaar van het aantal derdelanders die werden vastgehouden in gesloten centra: van 116.401 in 2009 naar 92.575 in 2013.
  • Van deze (lid)staten telde België in absolute cijfers het vijfde hoogste aantal opsluitingen van derdelanders, en na Frankrijk het hoogste aantal van de buurlanden.
  • Top 5: Frankrijk (38.266), Spanje (9.020), Hongarije (6.496), Bulgarije (6.303) en België (6.285).
  • Buurlanden van België: Frankrijk (38.266), België (6.285), Duitsland (4.309), Nederland (3.670) en Luxemburg (243). In Nederland en Duitsland werd tussen 2009-2013 een aanzienlijke daling van het aantal vastgehouden derdelanders opgetekend.
  • De gemiddelde lengte van detentie voor 2013 was 40 dagen doorheen de (lid)staten

OVER DE OMVANG VAN ALTERNATIEVEN VOOR DETENTIE

  • Het aantal derdelanders dat alternatieven voor detentie kreeg aangeboden is beschikbaar voor 13 landen.
  • Van deze (lid)staten boodt België in absolute cijfers het derde hoogste aantal alternatieven voor detentie aan:
    • Top 5: Hoogste aantallen in Frankrijk (1.258), Oostenrijk (771), België (590), Zweden (405) en Finland ((291).
    • Buurlanden: Frankrijk (1.258), België ((590). Luxemburg (2). Geen cijfers beschikbaar voor Duitsland en Nederland.

OVER DE WETTELIJKE GRONDEN

  • De meest voorkomende grond voor detentie, die gebruikt wordt in 25 (lid)staten betreft ‘het risico op onderduiken’ (in de context van terugkeer).
  • Andere detentiegronden zijn het vaststellen van identiteit, risico voor de openbare orde of de nationale veiligheid, niet houden aan de voorwaarden van alternatieven voor detentie, beschadigde of vervalste documenten en het bestaan van redelijke gronden om te geloven dat de persoon een misdrijf zal plegen.

INZAKE EFFICIENTIE VAN DETENTIE VERSUS ALTERNATIEVEN VOOR DETENTIE

Dit aspect blijkt moeilijk te onderzoeken (weinig materiaal beschikbaar. Algemeen genomen lijkt het (weinig) beschikbare materiaal hierover te wijzen in de richting van:

  • een erg beperkte impact van detentie versus alternatieven voor detentie op de mogelijkheden van een (lid)staat om snelle en faire beslissingen te nemen over terugkeer.
  • mensen in alternatieven voor detentie plaatsen lijkt minder duur dan hen in detentiecentra te plaatsen en het heeft een positieve impact op vlak van respect voor de grondrechten van deze personen.

De Inform bevat meer info over verschillen, gelijkenissen en goede praktijken inzake het gebruik van detentie en alternatieven voor detentie in de context van immigratiebeleid.

 

 

Publication Date:
ma 03 nov 2014
Geografie:
Hoofdthema:
Publicatietype:
Opdrachtgever:
Trefwoorden: