Het gebruik van digitalisering en artificiële intelligentie in migratiebeheer (EMN-OESO inform)

Kunnen digitale diensten het beheer van migratie- en asielprocessen verbeteren? Dit gezamenlijke EMN-OESO-rapport richt zich specifiek op gebieden binnen de asiel-, migratie- en naturalisatieprocedures, evenals op grenscontrolebeheer, waar digitale technologieën kunnen worden ingezet.

In recente jaren, en als gevolg van de groeiende inzet van digitale technologie tijdens de COVID-19-pandemie, hebben lidstaten geëxperimenteerd met of zijn ze van plan het gebruik van digitale diensten te versterken op diverse terreinen met betrekking tot migratie- en asielbeheer.

Deze gezamenlijke EMN-OESO-inform maakt gebruik van bijdragen van 24 lidstaten[1] en input van de OESO. De publicatie biedt een overzicht van het potentieel van digitale technologieën om het beheer van migratie, naturalisatie, asielprocedures en grenscontrole te ondersteunen, waarbij ook de implicaties voor fundamentele rechten, waaronder gegevensbescherming, worden overwogen.

Een van de vele vragen die door de COVID-19-pandemie naar voren zijn gekomen, was hoe identiteitscontroles uit te voeren zonder het personeel van wetshandhaving en immigratiediensten bloot te stellen aan gezondheidsrisico's. De meerderheid van de EU-lidstaten en Georgië heeft gemeld online systemen te gebruiken voor de verwerking van verblijfsvergunningen en aanvragen voor burgerschap. Deze systemen stellen aanvragers in staat afspraken te maken bij immigratieautoriteiten of ambassades. Bovendien bieden sommige lidstaten meer geavanceerde digitale diensten aan, zoals het online indienen van aanvragen en het op afstand volgen van de voortgang.

Hoewel de meeste EU-lidstaten, andere OESO-landen en Georgië al online systemen en digitale tools gebruiken voor het beheer van verblijfsvergunningsaanvragen, maken diverse EU-lidstaten momenteel gebruik van blockchain-technologie voor migratiebeheer. Bovendien testen meer landen momenteel blockchain-infrastructuur of hebben ze plannen om dit te doen. 

In verschillende lidstaten wordt kunstmatige intelligentie (AI) toegepast voor diverse doeleinden, waaronder taalidentificatie en -beoordeling om de kennis en taalvaardigheid van personen uit derde landen te verifiëren, evenals om hun land van herkomst vast te stellen. Verder wordt AI gebruikt voor het opsporen van identiteitsfraude met behulp van documenten en voor casemanagement, waarbij de complexiteit van individuele gevallen wordt geëvalueerd en de geschatte kosten worden bepaald.

Met betrekking tot regelgevende aspecten dienen lidstaten die gebruikmaken van online systemen en digitale technologie niet alleen te voldoen aan fundamentele rechten zoals het recht op privé- en gezinsleven (artikel 7) en de bescherming van persoonsgegevens (artikel 8), zoals gegarandeerd door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, maar ook aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG Verordening (EU) 2016/679) en de desbetreffende nationale wetgeving betreffende de verwerking van persoonsgegevens.

[1] Oostenrijk, België, Kroatië, Cyprus, Tsjechië, Estland, Finland, Frankrijk, Georgië, Duitsland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Polen, Portugal, Slowakije, Slovenië, Spanje, Zweden.

[2] Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:12012P/TXT, laatst geraadpleegd op 24 juni 2021.

[3] Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32016R0679, laatst geraadpleegd 06 januari 2022.

Publication Date:
do 10 feb 2022
Geografie:
Hoofdthema:
Publicatietype: